Geen loonsanctie bij te late beoordeling door UWV
Het UWV hanteert soms niet de vereiste termijn voor de WIA-keuring, wat steeds vaker leidt tot situaties waarin er geen beslissing is genomen over de WIA-aanvraag voor het verstrijken van de 104 weken wachttijd. Dit betekent dat het Poortwachterdossier ook nog niet is beoordeeld, waardoor de werkgever lange tijd in onzekerheid verkeert.
Wanneer het UWV na deze periode alsnog een loonsanctie oplegt omdat de werkgever onvoldoende heeft gedaan aan re-integratie, kan de werkgever hiertegen bezwaar maken. Dit is mogelijk omdat het UWV zich niet aan de afgesproken termijnen heeft gehouden en te laat heeft geoordeeld.
Beslistermijnen
Het UWV streeft ernaar binnen drie weken na ontvangst van het re-integratieverslag een oordeel te vellen over het al dan niet opleggen van een verlengde loondoorbetalingsverplichting (loonsanctie) in het geval van onvoldoende inzet voor re-integratie. Deze beslissing dient uiterlijk zes weken voor het einde van de wachttijd te worden genomen.
Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat het UWV de WIA-aanvraag op tijd ontvangt van zowel de werkgever als de werknemer, dat wil zeggen uiterlijk elf weken voor het verstrijken van de wachttijd. Indien de benodigde documenten te laat worden ingediend, resulteert dit automatisch in een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting voor de duur van de vertraging.
Termijnen UWV
Het UWV streeft ernaar om binnen drie weken na ontvangst van het re-integratieverslag een oordeel te vellen over het opleggen van een verlengde loondoorbetalingsverplichting (oftewel een loonsanctie, wanneer er onvoldoende is gedaan aan re-integratie, zowel in spoor 1 als in spoor 2). Deze beslissing moet uiterlijk zes weken vóór de einddatum van de wachttijd worden genomen.
Een belangrijke voorwaarde is dat het UWV tijdig de WIA-aanvraag van zowel de werkgever als de werknemer ontvangt, en wel uiterlijk elf weken voor het verstrijken van de wachttijd. Als de benodigde documenten te laat worden ingediend, zal dit onvermijdelijk leiden tot een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting voor de periode waarin de aanvraag te laat is ingediend bij het UWV.
Verkortingsverzoek
Het UWV legt standaard een loonsanctie van één jaar op. Deze sanctie kan worden verkort als aan alle gestelde eisen wordt voldaan. Bij het opleggen van de loonsanctie geeft het UWV duidelijk aan welke vereisten nog moeten worden nageleefd. Zodra hieraan is voldaan, kan er een verzoek tot verkorting van de loonsanctie (verplichte loondoorbetaling na twee jaar) worden ingediend.
Indien de beslissing over de loonsanctie te laat is genomen, maar nog voor het einde van de wachttijd werd vastgesteld, is het mogelijk om een verzoek in te dienen om de loonsanctie te verkorten met de periode waarin deze te laat is afgegeven.
Het UWV is verplicht zich aan de wettelijke termijnen te houden. Als het UWV deze termijnen niet respecteert, blijven de mogelijke gevolgen niet uit en kan het UWV niet zomaar een loonsanctie opleggen. Indien de beslissing over het al dan niet toepassen van een loonsanctie niet voor het einde van de wachttijd door het UWV is genomen, kan er geen loonsanctie meer worden opgelegd. Mocht het UWV hier toch toe over gaan, dan is het raadzaam om bezwaar te maken tegen de opgelegde loonsanctie.