Redenen van een mislukt spoor 2 traject

 

1.Spoor 2 re-integratie wordt te laat opgestart

Een spoor 2 traject dient uiterlijk in week 52 van de arbeidsongeschiktheid te beginnen, wat zes weken na de eerstejaars evaluatie is. Wanneer er te laat met spoor 2 gestart wordt, is er onvoldoende tijd om de werknemer bij de re-integratie te ondersteunen. Dit kan resulteren in een mislukt re-integratietraject, met als gevolg dat de eindtermijn van twee jaar of 104 weken snel in zicht komt.

De gevolgen hiervan kunnen zowel voor de werkgever als voor de werknemer behoorlijk vervelend zijn. Bovendien kan een vertraagde start ertoe leiden dat het UWV de re-integratie-inspanningen als onvoldoende beschouwt. Dit kan potentieel juridische problemen voor de werkgever met zich meebrengen.

 

 

2. Geen deskundige begeleiding

Re-integratie is een complex proces dat een aanzienlijke hoeveelheid expertise vereist. Hierbij spelen diverse regels en richtlijnen, zoals de Wet verbetering poortwachter (Wvp), een cruciale rol, en het is essentieel om dit traject zorgvuldig en tot in detail te managen.

 

Wanneer het spoor 2 traject niet succesvol is, ligt dat vaak aan een gebrek aan kennis. Werkgevers besluiten soms om het traject zelf te begeleiden, terwijl ze niet over de benodigde expertise beschikken. Daarnaast kan ook een gebrekkige communicatie met de werknemer, de Arbo- of bedrijfsarts, en de re-integratiecoach een negatieve impact hebben.

 

Bij de Spoor 2 re-integratiespecialist hebben we als doel om duidelijke en korte lijnen te onderhouden met alle betrokken partijen. Op deze manier willen we ervoor zorgen dat het re-integratietraject zo soepel mogelijk verloopt.

 

3. De relatie tussen werkgever en werknemer vertoont tekortkomingen

Een slechte relatie tussen de werkgever en de werknemer die ziek is, kan ernstige gevolgen hebben voor het re-integratietraject. Effectieve communicatie tussen beide partijen is cruciaal voor een succesvolle terugkeer naar het werk. Spanningen of arbeidsconflicten kunnen deze communicatie echter bemoeilijken.

 

4. Mislukt spoor 2 traject door onvoldoende medewerking van de werknemer

De re-integratie kan soms falen door een gebrek aan medewerking van de werknemer. Wanneer deze niet de benodigde inspanning levert, zoals het zijn of haar bereikbaarheid voor de werkgever, de re-integratiecoach, of de arbodienst, wordt het heel uitdagend om het re-integratietraject succesvol te laten verlopen. Proactieve samenwerking aan de kant van de werknemer is essentieel voor een goede afloop.

 

Wanneer een werkgever merkt dat de werknemer hierin tekortschiet, is het noodzakelijk om een waarschuwingsbrief te sturen. Hierin moet worden aangegeven dat gebrek aan medewerking kan leiden tot een stopzetting van het loon. Indien de werkgever hier geen actie op onderneemt en het re-integratieresultaat volgens het UWV niet bevredigend is, kan dit alsnog leiden tot sancties voor de werkgever. Wij raden echter aan om eerst in alle openheid met elkaar in gesprek te gaan om onnodige escalaties te voorkomen.

 

5. Misverstanden over de term ‘passend werk’

Wanneer een werknemer na een langdurige periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid begint met spoor 2 re-integratie, is het vinden van passend werk een cruciale stap. Helaas wordt deze term vaak verkeerd geïnterpreteerd. Met passend werk wordt bedoeld dat de werknemer een functie vindt die aansluit bij zijn of haar vaardigheden en capaciteiten, tenzij het redelijkerwijs niet van de werknemer kan worden verlangd. Belangrijke factoren hierbij zijn de structurele aard van het werk en het feit dat het salaris minstens 65% van het oorspronkelijke loon moet bedragen.

 

Natuurlijk spelen de wensen en ambities van de werknemer een belangrijke rol in het maken van deze keuze. Het is echter belangrijk te beseffen dat passend werk niet per se een droombaan hoeft te zijn. Het gaat er vooral om dat het werk duurzaam en haalbaar is. Bij de Spoor 2 re-integratiespecialist streven we er echter naar om samen met de werknemer een functie te vinden waarin hij of zij echt gelukkig kan zijn.

 

6. Het nieuwe werk is te zwaar

Het komt vaak voor dat de belastbaarheid van een re-integrerende werknemer verkeerd wordt ingeschat. Dit misverstand kan voortkomen uit een combinatie van factoren. Zo kan het zijn dat de werknemer zichzelf overschat of omwille van ongemak of schuldgevoel sociale wenselijke antwoorden geeft op de vragen van de Arbo- of bedrijfsarts. Daarnaast kan de Arboarts ook een verkeerde inschatting maken, zowel een overschatting als een onderschatting.

 

Dit leidt ertoe dat de werknemer een baan aangeboden krijgt waarin de fysieke of mentale belasting te hoog is. Hierdoor kan de re-integratie spaak lopen, wat resulteert in een terugval voor de werknemer. Het herstel kan daardoor aanzienlijk langer duren en in sommige gevallen zelfs leiden tot een mislukte re-integratie.

Wat kunt u als werkgever doen na een mislukt spoor 2 traject?

Is het re-integratietraject spoor 2 voor uw werknemer mislukt? Of dreigt het traject vast te lopen of te lang te duren? Als werkgever heeft u verschillende mogelijkheden om het re-integratietraject weer op de rails te krijgen. In het onderstaande stappenplan ontdekt u hoe u dit kunt aanpakken.

 

1. Schakel een (ander) re-integratiebureau in

Het managen van een re-integratietraject in het tweede spoor kan behoorlijke uitdagingen met zich meebrengen, vooral als u als werkgever niet over de nodige kennis beschikt. Om de kans van slagen te vergroten na een mislukte of onvoltooide re-integratie, is het raadzaam om de hulp in te schakelen van een professioneel re-integratiebureau.

.

2. Herzie het traject of repareer een eventuele loonsanctie van UWV

Het mislukken van spoor 2 re-integratie kan verschillende oorzaken hebben. Vaak ligt de oorzaak in een onjuiste aanpak of uitvoering. Door het traject samen met een re-integratiebureau te herzien aan de hand van de Wet verbetering poortwachter, krijgt u inzicht in de factoren die hebben bijgedragen aan het falen van het traject en leert u hoe deze obstakels kunnen worden weggenomen.

 

Misschien is er vastgesteld dat het zoekprofiel niet correct is opgesteld en dat er daadwerkelijk functiemogelijkheden voor de werknemer zijn. In dat geval kan een deskundigenoordeel aangevraagd worden. Het is cruciaal dat alle betrokken partijen – werkgever, werknemer, re-integratiebureau, arbodienst en bedrijfsarts – met elkaar in gesprek gaan en de situatie met een frisse blik benaderen.

 

Meer weten?

Vraag ons vrijblijvend om advies en bel ons op 088-033 08 80.